Wat was de Sint Elisabethsvloed?

Aan het begin van de 15e eeuw lag er tussen de gewesten Holland en Brabant een poldergebied dat de Groote Waard werd genoemd. Dit gebied was ontgonnen en werd gebruikt voor landbouw en zoutwinning. Door de ontginning was de Groote Waard kwetsbaar geworden voor overstromingen.

Op 19 november 1421 volgde na een zware noordwesterstorm  een zeer hoge stormvloed.  De dijken waren niet goed onderhouden en braken. Hierdoor stroomde het zeewater uit het westen het land in. Door de zware regenval in die periode overstroomden ook de rivieren. De overstromingen richtten in de gewesten Zeeland en Holland grote verwoestingen aan. Veel dorpen werden verwoest en ongeveer tweeduizend mensen kwamen om het leven.

De overstromingen zette de Groote Waard onder water en zorgde ervoor dat Geertruidenberg en Dordrecht voortaan door water gescheiden waren. Doordat Dordrecht door de vloed aan alle kanten door water omringd werd, werd Dordrecht een eiland. Zo bestaat nu nog steeds het Eiland van Dordrecht. Door de Sint Elisabethsvloed is ook het waterrijke natuurgebied de Biesbosch ontstaan. Evenals de Hoekse Waard in zijn huidige vorm.

De overstroming werd de Sint Elisabethsvloed genoemd, omdat 19 november de naamdag is van Sint Elisabeth.