Wie heeft de klok uitgevonden?

Zonnewijzer

Wie je aanwijst als de uitvinder van de klok hangt af van wanneer je een meetinstrument als klok ziet. Want de tijd is in het verleden op verschillende manieren gemeten. De zonnewijzer is het allereerste meetinstrument dat ons bekend is en dat werd gebruikt om een bepaald moment op de dag mee vast te leggen. Lees meer over de geschiedenis van de tijdmeting.

De zonnewijzer, verre voorvader van de klok

De oudste zonnewijzers waar wij vanaf weten zijn de obelisken, deze dateren uit ongeveer 3500 voor Christus. Ook schaduwklokken bestaan al duizenden jaren, deze stammen uit 1500 voor Christus. Egyptische en Babylonische astronomen ontwikkelden deze meetinstrumenten. De schaduw van de zon werd gebruikt om tijdstippen van de dag vast te stellen. De dag werd ingedeeld in twaalf delen. Zonnewijzers zijn de verre voorvaderen van de klokken die wij vandaag de dag kennen, maar ze werkten wel. Hoewel ze natuurlijk wel wat minder nauwkeurig waren.

Verdere ontwikkeling zonnewijzer

De meetinstrumenten uit Egypte en Mesopotamië werden overgenomen en doorontwikkeld door de oude Grieken. De Griekse geschiedschrijver Herodotus schrijft dat de zonnewijzers zijn uitgevonden door Anaximander van Miletus. Dit moet rond 560 voor Christus zijn geweest. De Grieken hadden veel geometrisch inzicht en een behoorlijke dosis kennis van de zon. Dit stelde hun in staat een zonnewijzer te ontwikkelen die overal op aarde gebruikt kon worden. Deze universele zonnewijzer werd ontworpen door Theodosius van Bithynia in de tweede eeuw voor Christus.

Ook de Romeinen gooiden een duit in het zakje. Zij gebruikten de zonnewijzers van de Grieken als voorbeeld. De Romein Vitruvius schreef ca. 25 voor Christus een boek genaamd De Architectura. Hij beschreef vele zonnewijzers die op dat moment bestonden, zo niet alle.

Islamitische klokken

In het Oosten werden de zonnewijzers overgenomen. Terwijl men in Europa gedurende de Middeleeuwen wat minder aandacht had voor de tijd gebruikte Oosterse geleerden de inzichten uit de oudheid. Door seizoensveranderingen waren de uren van de zonnewijzers niet constant. Een uur, of dagdeel, in de zomer was langer dan in de winter. De zon stond dan langer aan de hemel en een dagdeel duurde logischerwijs langer.  Abu’l-Hasan Ibn al-Shatir ontdekte in 1371 dat een verticale zuil die parallel werd geplaatst aan de aardas het probleem op kon lossen. Deze zuil zorgde voor schaduwen met gelijke uren, iedere dag in het jaar.

Mechanische klokken

Salisbury Kathedraal

Toen de Middeleeuwen op hun eind liepen werd de mechanische klok uitgevonden. De oudste klok die wij kennen komt uit het jaar 1386 na Christus. Hij is vervaardigd in Engeland en hangt momenteel aan de Salisbury Kathedraal. Tandwielen en gewichten zorgden er voor dat draaiende wijzers de tijd aangeven.

De uitvinding van de mechanische klok wordt toegeschreven aan de Fransman Gerbert, de latere paus Silvester II, geboren rond 946 en gestorven in 1003. De laatste vier jaar van zijn leven was hij paus.

Digitale klokken

Hoewel veel mensen bij een klok nog steeds denken aan het ronde model met wijzers zal dit waarschijnlijk niet lang meer zo zijn. Inmiddels zijn veel klokken digitaal geworden. Horloges zijn vervangen door telefoons, woonkamerklokken door digitale klokken op ovens, mediaspelers en zo voort. De tijd staat niet stil.

Beoordeel dit artikel, wij zijn benieuwd naar jouw mening!
[Aantal beoordelingen: 10 Gemiddeld: 2.5]

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *